
Te Voort Zolder waar vroeger de Kolenmijn van Zolder gelegen was (dus nu het mijnterrein) werken begin jaren 1900 ook boringen gedaan naar steenkool. En hier bekwam men het gunstigste resultaat. Achttien kolenlagen werden aangeboord die in totaal 18 meter koollagen op. De personen op de voorgrond zijn niet gekend. Waarschijnlijk zijn het leden van de families Luts en Vanhove die destijds in de nabijheid woonden maar later weg de gemeente hebben verlaten. Met dank aan Paul Rogiers uit het boek van zijn vader Jef Rogiers.
"" ZWARTE GOUD "" => aanleg spoorlijn naar de lossing aan het Albertkanaal (15)


Toch een hele klus want er moesten bruggen gebouwd worden en vele aanvulgrond dat uit de mijnschachten kwam werd dan naar de spoorwegbedding gebracht om alles aan te hogen. De bruggen zelf werden in beton gemaakt en afgewerkt met zware betonblokken. Nadien werd dan ook nog beplanting aangebracht. Met veel dank aan Jozef Rogiers en de Geschied en Heemkundige Kring Zolder voor deze informatie.
""ZWARTE GOUD "" Houtperk op de Charbonnage (14)
Met dank aan Paul Rogiers voor deze foto
"" ZWARTE GOUD "" waterbekken vroeger slambekken (13)
Misschien dat er onder ons nog mensen zijn gaan zwemmen, aan je rechtse zijde stond in die periode een grote put waar die pompen in geplaatst waren en er was een loopbrug van de oever naar die put toe. Zo had je de ideale hoogte om een duik te nemen.
"" ZWARTE GOUD "" => opvangen van het mijngas (12)
Opvangen van het mijngas
Sinds 5 oktober 1952 wordt het mijngas systematisch gecapteerd langs schuine gaten van 70 tot 80 m diepte die in waaiervorm van uit de galerijen "in het dakgesteente der kolenlagen worden geboord. Het mijngas wordt door een pomp naar de oppervlakte gezogen. De gaten waarin het gas wordt gecapteerd zijn door een buizennet gekoppeld aan de gaskolom in de schacht I. Het mijngas wordt bovengronds verbruikt in de droogovens van de flotatie-installaties en in een speciale drooginstallatie'.

Bemaling
De normale watertoevloed bedraagt 58 tot 60 m'' per uur.
De capaciteit van de watergalerijen bedraagt l'000 m3'
De pompenzaal voor de hoofdbemaling op 800m bevat
Zes groepen elektrische Pompen van 1.000pk met 210 m per uur met 870 m opsteekhoogte
Twee kolommen von 25O mm inwendige diameter
Een kolom van 175 mm inwendige diameter
De secundaire bemaling wordt verzorgd door :
elektrische pompen 115 stuks van 125 kw vermogen (in 1955)
luchtdrukpompen 117 stuks van 140 kw vermogen. (in 1955)
Totale lengte der bemalingsleiding in 1955 was 31,5 kilometer
Thermische centrale werden in gebruik gesteld
1938 => een tweede koeler van 6.000 vierkante meter per uur
1939 => een eerste turbowisselstroomgenerator van 15 MW op 3kV
1945 => een derde koeler van 7.000 kubieke meter per uur
1947 => een tweede groep gelijk aan de vorige.
De turbines van beide eenheden werden zodanig opgevat dat ze aanvankelijk
konden gevoed worden met de stoom 15kg/ 300° celsius afkomstig van het
oorspronkelijke ketelhuis en vervolgens met de stoom 36 kg/ 450° celsius
die door het definitief ketelhuis zou worden voortgebracht.
1949 => Vervanging van het met de hand gestookt ketelhuis dat 15 stoomketels van
het type Bailley-Mathot met een totaal vermogen van 60 ton/damp u bevatte,
door een volledig automatisch ketelhuis dat 5 groepen ketels van elk 30/40/48t/u
bevat en er op ingesteld is om secundaire brandstoffen 45/55 % as door de
E.G.K.S. als schiefersteen geclasseerd te verbranden.
1955 => Een interverbinding 11 kV met de post van 25 MVA 11/70 van de Unie der
Kempische Electrische Centrales (U.K.E.C.) die de onderlinge bijstand der
7 mijncentralens van het Kempens Bekken verzekert. Alsmede de afzet van
de energie die word voortgebracht door de valorisatie van de producten met
en asgehalte 40/45%
1950 => Januari een turbowisselstroomgenerator van 36,5 MW op 11 kV geïnstalleerd ter vanging
van een kleine buiten gebruik gestelde eenheden van 3 en van 6 MW.
Compressiecentrale werden in gebruik genomen
1934 => een elektrische turbocompressor van 3.750 PK/25.000 kubieke meter per uur
1937 => een elektrische turbocompressor van 5.000 PK/35.000 kubieke meter per uur
1946 => een elektrische turbocompressor van 11.000 PK/80.000 kubieke meter per uur
1950 => Elektrificering van de compressor van 1600 kubieke meter per uur vervanging van de
stoomturbine door een elektrische motor van 2.500 PK. In totaal van 22.250 PK/160.000
vierkante meter per uur geinstalleerd en wordt een vermogen van 13.500 PK/95.000
kubieke meter per uur aangewend.

Kempische Electrische Centrales (U.K.E.C.) die de onderlinge bijstand der
7 mijncentralens van het Kempens Bekken verzekert. Alsmede de afzet van
de energie die word voortgebracht door de valorisatie van de producten met
en asgehalte 40/45%

van een kleine buiten gebruik gestelde eenheden van 3 en van 6 MW.
Compressiecentrale werden in gebruik genomen
1934 => een elektrische turbocompressor van 3.750 PK/25.000 kubieke meter per uur
1937 => een elektrische turbocompressor van 5.000 PK/35.000 kubieke meter per uur
1946 => een elektrische turbocompressor van 11.000 PK/80.000 kubieke meter per uur
1950 => Elektrificering van de compressor van 1600 kubieke meter per uur vervanging van de
stoomturbine door een elektrische motor van 2.500 PK. In totaal van 22.250 PK/160.000
vierkante meter per uur geinstalleerd en wordt een vermogen van 13.500 PK/95.000
kubieke meter per uur aangewend.



"" ZWARTE GOUD"" => vervoer naar de storthoop (10)
Tot in 1954 werden alle steriele gesteenten met kipwagens en stoomlocomotieven naar het steenstorthoop gevoerd, die op twee kilometer van de schacht gelegen was.
Wanneer zulks niet meer mogelijk was stortte men 500t/u door middel van een transportband met een helling van 17%, gevolgd van een draaiende snavel uitgerust met twee kleinere transportbanden zodat het mogelijk is de afval in alle richtingen te verspreiden. Dit werd in 1954 in gebruik genomen. De hoogte van het steenstort werd bereikt in 1956 en sinds maart 1957 is men begonnen met de horinzontale stort. Met het stopzetten van de mijnactiviteit is deze terril gegroeid tot 155m boven de zeespiegel en zo heeft Heusden-Zolder ook een grote berg.Toch na zoveel jaren alles met de locomotieven en kipwagens naar het stort (terril) te hebben getransporteerd schakelde de nv Mijnen Zolder over op vernieuwing. Er werd de langste brug van Europa aangelegd van aan de Kolenwasserij zo naar de terril. Het gehele traject kreeg in de jaren 80 betonnen ondersteuning van palen met daarover dwarsliggers waar een automatische transportband zijn weg naar de terril ondernam. Deze hele afstand werd later weg nog overdekt om de stof die er in die buurt rond dwarrelde tegen te gaan.
De Terrillaan was toen gewoon een aardeweg met veel slam (slam = afvalgruis van de kolenwasserij) op de weg waar de zware vrachtwagens van en naar het stort (terril) reden zie de foto rechts klein onder. Ofwel in het nat seizoen was dit een vettige boel of in het droogseizoen een nogal stoffige weg. Foto's hieronder met dank aan Albert Vantilt.



"" ZWARTE GOUD "" => verwerking der kolen (9)

met deinmachine
1945 => een uitbreiding van de wasserij
1948 => -- het tweede deel van de nieuwe zeefinrichting
-- een wasserij voor de fijnkolen 0/1
1949 => twee bijkomende thermische drogers voor het drogen van de tussenproducten 0/10 bestemd voor het ketelhuis.
1950 => de tweede uitbreiding van de wasserij. Het totaal vermogen van de was en zeefinrichting werd zodoende 600 t/u
ruwe producten.
1952 => werd het stoken van de droogovens van de flotatie ingesteld op het verbruik van het opgevangen mijngas.
1953 => de installatie van ""alluvio-jiggs"" systeem Harvengt voor de recuperatie van kolen en tussenproducten uit de schiefersteen 0/10
1953 => drie Humboldt-drogers voor koolgruis en twee voor mixte 0/10 werden in gebruik genomen.
1954 => De extractie en recuperatie van de pyrieten bevat in de zware schiefersteen 0/10
Buiten gebruik stellen en afbraak van de oude was en zeefinrichting
1955 => afvoer naar het steenstortvan het slik afkomstig van de flotatie doormiddel van pompen en buizen.
1956 => een thermische drooginstallatie bestemd voor het slik 50/55´% as afkomstig van het klaren dat verwerkt kan worden
in de thermische centrale.
1956 => inrichting van een nieuw was en zeefinrichting met zware vloeistof (magnetiet) voor de schachtkolen 90/+ en de
nootjeskool 10/90 voorzien van een netto produktie van 7.500 a 8.000 ton per dag. de ruwe kool 0/10 verder worden
behandeld in bestaande toestellen tot de nieuwe wasserij voor fijnkool pneumatische pulseerbakken in gebruik
zal genomen worden.
1957 => Installatie voor stockering en verladen schiefer bestemd voor de pneumatische opvulling in de ondergrond.
De opgehaalde kolen zijn van het vette type 30/32% vluchtige bestanddelen.
Hun kenmerken
cokeskolen, gaskolen, kolen voor de locomotoef, steenbakkerij en andere, en kolen voor centrale verwarmingsinstallaties met speciale haarden voor vette kolen.


""ZWARTE GOUD"" => Kolenhaven (8)


Kenmerken van de twee portaalkranen
draagwijdte = 23,50 m tussen de bakken en 12 m in oversteek
Practisch laadvermogen = 250 t/u per portiek
Vrije hoogte boven de sporen = 10,425 m
boven het waterpeil =11,750 m
Snelheid ; opheffing = 25m de minuut
daling = 25 m de minuut
verplaatsing in de loodrichting = 75 m de minuut
zijwaartse verplaatsing = 58 m de minuut
Met heel veel dank aan Paul Rogiers voor het tot stand brengen van deze editie van ""Zwarte Goud"". Dit werk is ontworpen door en verwezenlijkt door de ethablissementen Jean Malvoux N.V. Brussel. De foto’s zijn van Photo Lux, mevr Mondelaers en zoon, Malvaux, studio Minders, fotodienst Philips, Gus Pocin
""ZWARTE GOUD"" => ophaalmachines (7)
1938 - 1939
Vervanging van de eerste twee ophaalmachines met stoomtractie en cylindertrommels door elektrische machines met Koepe schijf . Het Ward-Leonard systeem voor elke schacht de luchtintrekkende en luchtkeerschacht één machine.
1954
Installatie van een tweede elektrische machine. dezelfde als de eerste twee op de luchtintrekkende schacht
1956
Installatie van twee reservegroepen Ward-Leonard. Vervanging van de motor van 3.000 PK van een de ophaalmachines van de luchtintrekkende schacht door een motor van 4.000 PK. Wederinschakeling van de motor van 3.000 PK, die zodoende was vrij gekomen op het vrij aseinde van de andere machine van de luchtintrekkende schacht. waarvan het vermogen dan tot 6.000 PK werd opgedreven. En elk machine word gevoed door 2 WL generatoren in serie gekoppeld.
1957
Vervanging in bovengenoemde schacht van het vervoer per kooien door een dubbel automatisch skipvervoer. De kenmerken van deze installatie, die de eerste en de sterkste van Belgie is word hierna beschreven.
-- Nuttige last van een skip is 14 ton schachtkool
-- Aantal translaties per uur is 40 met machiene 4.000 pk
44 met machiene 6.000 pk
-- Daaruit kan je afleiden dat het ophaalvermogen per uur 560 en 616 ton hetzij in totaal 1.176 ton.
-- Personeelsverdiepingen per skip is 4 van elk 16 personen
-- Maximum snelheid is 20 m per seconden
Veiligheid
De absolute veiligheid van de werking spruit voort uit de ontstentenis en enige tussenkomst van mechanische aard en uit het gebruik van magnetische versterkers, statische apparaten die een preciese regeling van de snelheid verwelkelijken alsmede de controle van de versnelling en vertraging en de beperking van het drijvend koppel.
Automatisch karakter
De skip bestuurd zelf zijn vulling en lediging alsmede de start en het stoppen van het machine. Het verloop van de operaties word op de boven - en in de ondergrond op lichtschema's weergegeven en aangegeven op controle en schakellessenaars.
Met heel veel dank aan Paul Rogiers voor het tot stand brengen van deze editie van ""Zwarte Goud"". Dit werk is ontworpen door en verwezenlijkt door de ethablissementen Jean Malvoux N.V. Brussel. De foto’s zijn van Photo Lux, mevr Mondelaers en zoon, Malvaux, studio Minders, fotodienst Philips, Gus Pocin
"" ZWARTE GOUD "" luchtverversing, verlichting elektriciteitsvoorziening (6)
Luchtverversing
In de ondergrond word de lucht ververst door een ventilator geplaatst op niveau 720m diepte.
En er was eenzelfde reserveeenheid voorhanden.
Kenmerken 210 kubieke meter,
onderdruk 450mm schroefbladtype met verstelbare schroeven
motor van 1.850 PK/3.000V-50Hz
Op de bovengrond zuigt een afwijkingsventilator met schroefblad waarvan het toerental continu regelbaar is. De vuile lucht uit de Luchtkeergang
Verlichting
De laadplaatsen en omgeving zijn verlicht door middel van natriulampen. In de steengangen werden
fluorescentielampen aangebracht en in de pijlers van reglementaire type, een lamp van 60watt om de 15 m. het personeel gebruikte elektrische lampen die op de helmen waren gemonteerd en die door batterijen gevoed werden bevestigd aan de gordel.


Elektriciteitsvoorzieningen
De geleiders der elektriciteit zijn gepantserde kabels van 3kv en 6kv. de spanning van 3 kv diend voor de ventilatoren, de hoofdpompen en de transformatorstations voor de houwplaatsen die het minst verwijderd waren van het hoofdschakelbord dat op niveau van 800 m geplaatst was. De verder gelegen stations uitgerust met droge trasformatoren worden gevoed op 6 Kv. De spanning aan de klemmen van de verbruikstoestellen bedraagt 500 volt.
Foto klein rechts laat een station zien in 6 kv
Transformatoren 74 stuks aan 7.502 kva in 1955
Elektrische motoren 286 aan 12.048 kw in 1955.
Met heel veel dank aan Paul Rogiers voor het tot stand brengen van deze editie van ""Zwarte Goud"". Dit werk is ontworpen door en verwezenlijkt door de ethablissementen Jean Malvoux N.V. Brussel. De foto’s zijn van Photo Lux, mevr Mondelaers en zoon, Malvaux, studio Minders, fotodienst Philips, Gus Pocin
""ZWARTE GOUD "" ontginningsgallerijen (5)
De gemiddelde doorsnee der galerijen is 9 m en de ondersteuning is samengesteld uit ""Moll »-ramen vervaardigd uit spoorstaven van 52 kgr/m die gemakkelijk gerecupereerd kunnen worden.
Het vervoer qeschiedt door middel van transportbanden van 66o mm en 800 mm breedte die geleidelijk vervangen worden door metalen transporteurs. De produkten worden, van de pijlers tot op het niveau van 800 m gebracht door blindschachten (tussenliften) met-een rechthoekige doorsnee (4,15 x 2,50 m), verdeeld in drie vakken, waarvan één uitgerust met een wentelgoot van 1,25 m diameter voor het neerlaten van de kolen tot in de laadplats in de steengang. De twee andere vakken zijn bestemd voor de ladders, leidingen en elektrische kabels en de eenverdiepingskooi. De elektrificering van de lieren zal in een nabije toekomst worden uitgevoerd. In de steengangen wordt het vervoer verzekerd door diesellocomotieven van 90 PK tot 120 PK, die een trein van 60 tot 80 wagentjes van 2.200 liter trekken.
""ZWARTE GOUD "" tegenslagen (4)

Dat de voorbereidende werken 23 jaar duurden vooraleer de exploitatie kon beginnen, had te maken met veel oponthoud en tegenslagen. Men geraakte er bij aanvang niet uit welke bevriezingsmethode te kiezen.
Om het nog erger te maken zag men de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog verdwijnen met 1600 ton gietijzeren bekuipingselementen en stortte in 1921 een deel van schacht I in.
In 1922 brak de vrieswand in schacht II.
In juni 1925 vernielde een brand de houten afdiepingstorens en de in aanbouw zijnde stalen schachtbokken.
Daarna volgde nog een overstroming van schacht I in 1925 en stond schacht II voor de tweede keer onder water in 1927 door een breuk in de wand.
Al deze tegenslagen zorgde er voor dat onze mijn KS Zolder achter stond op schema voor de kolenexplotatie.
Met heel veel dank aan Paul Rogiers voor het tot stand brengen van deze editie van ""Zwarte Goud"".
En ook veel dank aan Albert Vantilt voor deze oudere foto's van de brand in KS Zolder.
""ZWARTE GOUD"" periode 1913-1920 (3)
De periode van 1913 tot 1920
Om de boringen en de installatie van een bevriezingscentrale te kunnen voortzetten, alsmede om een zeker aantal woningen te kunnen bouwen moest tot en kapitaalsverhoging worden overgegaan. Op 30 december 1913 werd een kapitaal van vijftien op vijfentwintig miljoen frank gebracht.
1920 ... Onmiddellijk na het einde der vijandelijkheden bracht de stijging der lonen en der prijzen van de materialen de Raad van Beheer er toe een akkoord met gans nieuwe voorwaarden voor de hervatting van de werken met de ondernemers van de delving af te sluiten. Zodoende moest de maatschappij op 30 december 1920 en beroep doen op nieuwe kapitalen. Ze vond toen de onmisbare financiële steun bijAcieries Réunies, de Burbach-Eich-Dudelange (Arbed) de forges de la Providence en de Bank van Brussel.De werken werden voortgezet maar niet zonder moeilijkheden. De werking van het gesteente veroorzaakte een scheur in de ijsmuur en een overstroming van de schacht.
Met heel veel dank aan Paul Rogiers voor het tot stand brengen van deze editie van ""Zwarte Goud"".
Dit werk is ontworpen door en verwezenlijkt door de ethablissementen Jean Malvoux N.V. Brussel. De foto’s zijn van Photo Lux, mevr Mondelaers en zoon, Malvaux, studio Minders, fotodienst Philips, Gus Pocin






""ZWARTE GOUD "" ontstaan (2)

De nv der Steenkolen van Helchteren en Zolder werd op 26 januari 1907 opgericht voor het productief maken van de concessies van Helchteren en Zolder verleend bij Koninklijk Besluit van 25 oktober 1906. Het kapitaal beliep toen vijftien miljoen Belgische franken. Elke inesteerder kreeg in die tijd een aandenkingsmedaille zoals je hierlangs kan zien
Dooor een boring n° 79 te Voort, die op 30 januari 1909 tot op 1133m diepte werd doorgevoerd konden maar liefst 18 lagen verkend worden. Die samen 18m ontginbare kolen bevatten, er werd bijgevolg beslist de zetel de vestigen te Voort een gehucht van Zolder. In de periode 1909, 1910 en 1911 werden de gronden aangekocht. De foto met het lemen huis moest eerst afgebroken worden vooralleer de werken aan de nieuwe mijnzetel Zolder konden starten.
Het delven van de schachten door middel van bevriezingsmethode werd in 1912 toevertrouwd aan de maatschappij ""FORAKY"" voor de boringen en Franco-Belge de Foncage de Puits voor het eigenlijke delven. De bevriezing werd in één trek tot op 620m doorgevoers. Wat zonder voorgaande was ze drong tot in het steenkoolveld door. Alvorens te bevriezen werden alle banken onder het tuf gecementeerd.
Met veel dank aan Paul Rogiers voor het tot stand brengen van deze editie van ""Zwarte Goud"".
Bovenste foto is van Albert Vantilt.
Dit werk is ontworpen door en verwezenlijkt door de ethablissementen Jean Malvoux N.V. Brussel. De foto’s zijn van Photo Lux, mevr Mondelaers en zoon, Malvaux, studio Minders, fotodienst Philips, Gus Pocin
""ZWARTE GOUD "" (1)

In 1907 startten de eerste werken en het duurde 23 jaar eer de eerste steenkolen de bovengrond haalden.
De foto hierboven laat zien hoe omvangrijk de Mijn was en er is natuurlijk jaren over gedaan om dit zo te krijgen. Wij gaan er dieper op in niet alleen van de ondergrond maar ook de bovengrond en andere. Wij mochten de hulp ontvangen van Paul Rogiers die ons teksten en foto's bezorgden zodat wij alles mooi mochten uitzoeken en verwerken.
Paul Rogiers bezorgde ons foto's die nog niet verschenen waren, en in deze voorbeschouwing wil ik mijn oprechte dank brengen aan Paul Rogiers. Elke werkdag zullen wij dus een bijdrage brengen.