vrijdag 8 augustus 2025

NOSTALGIE moment => Het zwembad van de speeltuin in Berkenbos – zomer zoals ze toen was

 
Sluit je ogen… en ga met me mee, terug naar een zomerdag ergens begin jaren 1970. De zon brandde ongenadig op de stoep, het betonweggetje trilde van de hitte, en als kleine peuter liep ik, met natte haartjes van het zweet en een zonnehoedje dat toch nooit bleef zitten, puffend rond. De dagen waren lang, traag, loom. Wat afkoeling... dát was wat je zocht. En gelukkig was er de speeltuin van Berkenbos. Onze speeltuin. Ons paradijs.

Te midden van het groen lag het zwembad — een eerlijke bak beton, grof en stevig, zoals alles toen gebouwd werd. Je stapte erin aan de ondiepe kant, waar het water tot aan de enkels reikte. Langzaam gleed je dieper, het voelde als een avontuur, elke stap een ontdekking. Geen filters, geen glijbanen, geen opsmuk. Het water was groenig — ja, écht groen — en we vroegen ons nooit af waarom. We vermoedden dat het kwam door de grote eikenbomen rondom, hun bladeren die hun schaduw lieten vallen op het oppervlak. Of misschien was het gewoon de tijdgeest: een beetje troebel, een beetje wild, maar o zo echt.

En weet je? Dat maakte het net magisch.

Er waren wel toezichters, hoor. Strenge mannen met gefronste wenkbrauwen en fluitjes die nooit stil bleven. Ze stonden aan de rand van het bad, handdoek over de schouder, armen gekruist. Soms wandelden ze rond met hun sandalen, ogen scherp, klaar om in te grijpen als het te dol werd. Geen redders in uniform, geen oortjes of portofoons — maar ze waren er. En wij respecteerden hen. Een blik was genoeg.

Naast het zwembad strekte zich een groot grasplein uit — een zee van zon. Daar lagen we met z’n allen, handdoeken uitgegooid alsof we aan de kust waren. De zonnecrème was zeldzaam, dus we kleurden vanzelf. Kinderen renden in het rond, trapten ballen, gooiden met pluimpjes. En op het zandveld achter de kleedhokjes — oh ja, die kleedhokjes — werd er driftig beachvolleybal gespeeld. Spieren spanden zich, voeten sprongen, gezichten lachten.

De kleedhokjes zelf waren een verhaal apart. Houten gebouwtjes, met een dak erboven en binnenin een houten bankje en een paar kapstokken waar je je kleren aan hing. Ze roken naar vocht en zomer, naar zonnecrème en natte handdoeken. En soms… naar spinnen. Grote, zwarte spinnen die zich genesteld hadden in de hoeken. En als een meisje nietsvermoedend naar binnen stapte en zo’n achtpotige indringer ontdekte? Dan volgde er een gil die door merg en been ging. De deur vloog open, het meisje kwam als een pijl uit een boog naar buiten, haar vriendinnen gillend achter haar aan. Wij jongens? We deden alsof we dapper waren. Maar stiekem griezelden we net zo hard.

En dan was er dat typische systeem: meisjes eerst. Ze kregen een kwartier de tijd om te spetteren, lachen, dobberen. Daarna klonk het fluitsignaal. De jongens stonden al klaar, ongeduldig, klaar om als een horde wildemannen het water in te duiken. Spetteren, duiken, zot doen — zwemmen deden we nauwelijks. Daar was het bad niet diep genoeg voor. Maar het gevoel van vrijheid, van plenzen onder de zomerzon, dát was onbetaalbaar.

Tegen dat de zon wat zakte en het gras vol natte handdoeken en lege zonnebrillen lag, was de dag alweer om. De voeten zwart van het stof, de huid rood van de zon, de haren vol zand — maar ons hart? Dat zat vol verhalen. Vol momenten die zich, zonder dat we het wisten, voor altijd in ons geheugen nestelden.

Anno 2025

Als je het vandaag zou zien, zou je het niet geloven. Groen water? Onmogelijk. Geen glijbaan? Onbegrijpelijk. Geen permanente redders met diploma's, geen waterzuivering, geen elektronische toegangspoortjes? Onverantwoord, zou men zeggen. En spinnen in de kleedhokjes? Een klacht op sociale media en het hele domein zou gesloten worden.

Maar toen?

Toen was het puur. Echt. Ongefilterd, net als het water. Een tijd waarin je met weinig veel kon doen. Waar geluk zat in een natte handdoek, een bolletje ijs van de kiosk, een gil uit een kleedhokje. En waar de wereld, voor even, niet meer was dan dat zwembad in Berkenbos. Een zomerdag als geen ander. Een herinnering voor het leven.