






Vanochtend hing er weer iets bijzonders in de lucht. Na weken van stilte in de straten, hoorde je opnieuw het vertrouwde geluid van de schoolbussen die hun rondes maakten. Ze brachten de kinderen één voor één terug naar die plek waar vriendschappen groeien en lessen geleerd worden. Toch voelde het allemaal een beetje onwennig – alsof de zomer nog maar net begonnen was en nu plots veel te snel voorbijgegaan is.
Rond kwart over acht werd het drukker aan de schoolpoort. Ouders wandelden hand in hand met hun kinderen, sommigen kwamen vrolijk aan met de fiets, anderen stopten nog snel met de auto om hun kroost netjes af te zetten. Aan de grote poort stond de directeur klaar, met een warme glimlach, om iedereen welkom te heten. Voor de meeste kinderen was dit een vertrouwd ritueel: de school, de speelplaats, de klasgenoten – allemaal oude bekenden.
Maar tussen de drukte door zag je ook andere gezichten. Kleine, nieuwe kindjes die hun eerste stapjes zetten in een onbekende wereld. Hun ogen groot van spanning, hun handen stevig vastgeklemd in die van mama of papa. En ja, soms rolde er een traan – van angst, van onzekerheid, of gewoon omdat de vakantie, met al haar vrijheid en speelse dagen, nu écht voorbij was.
De lucht hing vol met tegenstrijdige gevoelens: blijheid om elkaar terug te zien, zenuwen om te beginnen, maar ook dat stille verdriet dat de lange zomerdagen nu verleden tijd zijn. Geen zorgeloze ochtenden meer, geen eindeloze tijd om te spelen. Vanaf vandaag wacht er opnieuw een schooljaar vol nieuwe uitdagingen, ontdekkingen en kleine overwinningen.
En terwijl de schoolpoort langzaam dichtgaat, weten we allemaal: dit is het begin van een nieuw hoofdstuk.