1. Zorg voor voldoende zuurstofplanten
Planten zoals hoornblad, waterpest en glanzend fonteinkruid nemen voedingsstoffen op en geven zuurstof af. Hierdoor krijgen algen minder kans én blijft het ecosysteem in balans.
2. Beperk voedingsstoffen = minder algen
Voorkom dat er te veel bladeren, grasresten of visvoer in de vijver belanden. Te veel voedingsstoffen = groen water. Gebruik eventueel een fijnmazig net in het najaar.
3. Voorzie schaduw en diepte
Zon stimuleert algengroei. Zorg voor:
-
een deel schaduw (bijvoorbeeld door waterlelies of riet)
-
een diepe zone (min. 80 cm), zodat het water niet overal opwarmt
4. Filter of fontein installeren
Een biologisch filter of een kleine pomp/fontein helpt om het water in beweging te houden en afvalstoffen af te breken. Niet verplicht, maar zeker handig bij grotere vijvers of vijvers met vissen.
5. Vermijd te veel vissen
Vissen zorgen voor extra meststoffen. Richtlijn: max. 1 vis per 1000 liter water. Geef ook niet te veel voer; wat niet gegeten wordt, vervuilt je vijver.
6. Gebruik eventueel een UV-lamp
Een UV-lamp doodt zweefalgen (de oorzaak van groen water) zonder het ecosysteem te verstoren. Perfect als natuurlijke middelen niet voldoende zijn.
7. Check je waterwaarden
Met een testset kun je eenvoudig het nitraat, ammoniak en pH controleren. Onbalans? Dan kun je bijsturen met planten of een beetje vijverkalk.
💡 Tip: Geduld is je beste vriend. Een vijver heeft even tijd nodig om in balans te komen — vaak 6 tot 8 weken na aanleg.