
herinneringen aan KS Zolder
Er was een tijd, niet eens zo heel lang geleden, dat de geur van steenkool en smeerolie in de lucht hing en het ritmische geluid van een zware locomotief dagelijks door de bossen van Zolder rolde. Langs de mijnsite van KS Zolder liep een spoorlijn, een ijzeren weg die de koolmijn verbond met de terril – het grote, imposante steenstort dat als een kunstmatige berg de horizon domineerde. Wie woonde in de buurt van het bos, tussen wasserij nv Mireille en de oude watertoren, kende dat spoor als zijn broekzak. Er liep een smalle, ruwe weg naast – ’s winters een modderpoel, in de zomer verstikkend stoffig. En altijd was er het geluid van die kleine, maar o zo krachtige locomotief met haar rij kipwagens, krakend en zwoegend onder hun lading van afvalsteen.
Voor ons, kinderen van de wijk, was die trein meer dan zomaar een transportmiddel. Hij was het decor van onze avonturen, het startschot van onze dromen. Telkens weer trokken we er op uit, met een paar vrienden, onze zakken vol nieuwsgierigheid en onze harten vol spanning. We verstopten ons aan de rand van het spoor, diep in het struikgewas, de ogen gericht op de bocht waar de trein zou verschijnen. En daar kwam hij dan – eerst een zachte trilling in de grond, dan het roffelende geluid van staal op staal, tot de locomotief met haar lading afvalhout, keien en panelen traag maar vastberaden langs ons voorbijtrok.
Dan brak het moment aan: we gooiden ons uit de gracht, renden als bezetenen achter de laatste wagon aan, onze schoenen glijdend over kiezel en aarde. Adrenaline gierde door ons lijf terwijl we probeerden een handvat te grijpen, iets stevigs om ons aan op te trekken. Het lukte zelden. De trein was sneller dan onze benen, ons hart klopte in onze keel, en één misstap kon je doen vallen, daar – tussen de scherpe stenen, tussen de sporen.Maar o, wat een triomf voor wie het wél haalde! Voor wie zich kon optrekken en even – al was het maar honderd meter – meegevoerd werd, hobbelend en stuiterend, op het ritme van de trein. Vlak voor de loszone sprongen we er weer af, doken weg in het hoge gras, onzichtbaar voor de machinist. De trein reed verder, richting de kipinstallatie. Daar, hoog op de helling, werd het steenafval via een eindeloze transportband naar de top gevoerd. Een reusachtige verdeelarm strooide het puin dan traag uit, links en rechts, dag na dag, tot de berg groeide als een stille reus boven onze hoofden.
En nu?
Anno 2025 rijdt de locomotief al lang niet meer. De kipwagens zijn verdwenen, net als de sporen die ooit het hart van de mijn vormden. De mijnsite is stil geworden. Maar voor wie erbij was – wie de geur nog kent, het stof nog proeft, en de spanning van die jeugdige achtervolging nog voelt – blijft het onvergetelijk. Wat rest zijn foto's in vergeelde albums, verhalen aan de keukentafel, en bovenal: de herinnering aan een tijd van durf, avontuur en vriendschap – op en rond de sporen van KS Zolder.