









Het is vroeg in de ochtend. De lucht is helder en koud, en een dunne laag ijs bedekt alles om me heen. Mijn favoriete plek om te wandelen, de terril in Heusden-Zolder, roept me weer. In de zomer is deze plek al prachtig; ik heb er talloze foto's gemaakt van de omgeving, de kleurrijke bloemen, de sierlijke struiken en het weelderige groen. Maar nu, in de vroege winter, heeft de natuur een geheel nieuwe schoonheid gekregen.
De wereld lijkt stil en betoverend. Elk takje en elk blaadje is bedekt met een fragiel laagje ijs. De bevroren planten schitteren in het ochtendlicht, alsof ze met kristallen zijn versierd. Kleine ijskristallen hangen als glinsterende parels aan de takken, een stille getuige van de koude nacht. Mijn adem vormt wolkjes in de ijle lucht, en ik trek mijn sjaal wat strakker om me heen.
Het hoogtepunt van de wandeling is misschien wel de spinnenwebben. In de zomer vallen ze nauwelijks op, maar nu, met een laagje ijs, lijken ze kunstwerken. Elk draadje is perfect omlijnd, elk patroon een wonder van precisie. Het is alsof de natuur een geheime galerie heeft geopend, speciaal voor wie vroeg genoeg opstaat.
Hoewel het fris is, de magie van deze plek verwarmt me. Iedere stap brengt me dichter bij het hart van de terril, waar ik even stil blijf staan. Ik kijk uit over het bevroren landschap, adem de frisse winterlucht diep in en voel me dankbaar.
Deze plek, mijn lievelingsplek, is in elk seizoen prachtig. Maar op deze ijzige ochtenden lijkt het alsof de wereld even stilstaat, als een schilderij dat alleen voor mij gemaakt is.