In de vorige legislatuur werd een nieuw charter in het leven gebracht dat het groenbeheer langs wegen en waterwegen stroomlijnt en de communicatie en samenwerking met lokale besturen en burgers opdrijft om zo het draagvlak voor hakhoutbeheer te vergroten.
Waarom hakhoutbeheer ?
Langs heel wat van onze wegen staan bomen en struiken. Die zijn vaak aangeplant bij de aanleg van nieuwe wegen. Vele jaren later zijn deze houtkanten reeds sterk gegroeid, vaak tot hoge opgaande bomen en vaak tot dicht tegen de weg.
Naarmate deze houtkanten hoger en ouder worden, nemen de risico’s voor de verkeersveiligheid toe. Hoge bomen vangen veel wind, en kunnen omwaaien of afbreken en op de weg vallen. Doordat ze zo dicht bijeen staan hebben ze bovendien de neiging om naar buiten te groeien, naar het licht toe. De bomen aan de wegzijde hellen dus vaak over naar de weg, en dreigen op termijn op de weg te vallen. Ook zware takken kunnen afbreken en op de weg terecht komen. Dat is levensgevaarlijk.
Daarom is het noodzakelijk dat we de houtkanten in onze bermen goed
beheren. We doen dat via ‘hakhoutbeheer’. Daarbij worden de bomen afgezaagd tot 20 cm boven de grond, waarna uit de stronken terug nieuwe scheuten ontstaan. Het wortelstelsel blijft immers leven. Elke 10-20 jaar
wordt dit herhaald. Zo krijgen we houtkanten die vooral uit bomen
bestaan met een groot wortelstelsel, maar met jonge, niet te dikke
stammen die ook niet te hoog uitgroeien. De houtkant blijft zijn functie
behouden, maar ook de verkeersveiligheid is gegarandeerd.
LEES HIER er alles over met dank aan Agentschap Wegen en verkeer