In juli komt de vijver écht tot leven: planten groeien volop, het water warmt op en je ziet weer volop beweging onder het oppervlak. Tijd dus voor een grondige check-up en wat slimme onderhoudstips.
1. Verwijder dood organisch materiaal
Schep afgevallen blaadjes, afgestorven plantenresten en drijvend vuil uit het water. Zo voorkom je rotting en teveel voedingsstoffen (wat algengroei in de hand werkt).
2. Snoei vijverplanten licht bij
Zorg dat je planten de rest van de vijver niet overschaduwen. Snoei dode of te uitbundige delen af — vooral bij waterlelies, irissen en andere oeverplanten.
3. Controleer je vissen
Zijn ze actief, eten ze goed, hebben ze geen zichtbare plekjes of wondjes?
Mei is een goed moment om eventueel nieuwe vissen toe te voegen, maar let op: pas bij goed opgewarmd water (+12°C) en met goede filtering.
4. Check je waterkwaliteit
Test de pH, nitriet en nitraat. Zijn de waarden uit balans? Dan kun je bijsturen met vijverkalk, bacteriën of een kleine waterverversing.
5. Filter & pomp reinigen
Laat de pomp non-stop draaien, maar maak hem schoon als hij minder krachtig is.
Spoel filters met vijverwater (geen kraanwater, dat doodt de nuttige bacteriën).
6. Let op algengroei
Groen zweefalg of draadalgen kunnen nu ineens opduiken.
-
Plaats meer zuurstofplanten
-
Gebruik eventueel een UV-filter of natuurvriendelijke anti-alg
💡 Tip: Voeg in mei ook gerust extra planten toe. Ze helpen het ecosysteem in balans brengen én maken de vijver mooier.
