
De muren
spraken
Er was een
tijd, ergens tussen de geur van wierook en het kraken van een naald op vinyl,
dat jongeren hun hele wereld op de muren plakten. Niet met verf of behang, maar
met posters – eindeloos veel posters. Grote vellen papier, soms uit een
tijdschrift gescheurd, soms gekocht bij de platenzaak om de hoek, werden met
plakband of punaises tegen het behang gedrukt, laag over laag, tot er van de
originele muur nauwelijks nog iets zichtbaar was.
In die
kamers gebeurde iets bijzonders. Het waren geen gewone slaapkamers meer – het
waren heiligdommen. De muren spraken. Ze schreeuwden soms zelfs: om vrijheid,
om liefde, om muziek. The Beatles hingen er zij aan zij met Jimi Hendrix, Che
Guevara keek streng neer op een vredesteken van regenboogkleuren. Soms was er
een halfnaakte Brigitte Bardot, soms een zwart-witportret van James Dean,
eeuwig rebels. Alles mocht naast elkaar bestaan, zolang het maar iets zei over
wie je was – of over wie je wilde zijn.
Er was geen
Pinterest, geen Instagram. De muur was je profiel. Elk stukje papier
vertelde iets: van eerste verliefdheden tot dromen van reizen, van protesten
tegen oorlog tot stille bewondering voor gitaarhelden. Het was een collage van
een opgroeiend hart.
En 's
avonds, wanneer het licht uitging en alleen het gloeilampje van een lavalamp
nog bewoog, leken de gezichten op de posters even tot leven te komen. Ze keken
toe. Ze hoorden je geheimen aan. En ze bleven – soms jarenlang – de trouwe
getuigen van een jeugd in volle bloei.
Van posters naar pixels anno 2025
De muren
zijn nog steeds vol, maar nu met licht in plaats van papier. In plaats van Jimi
Hendrix op vergeeld krantenpapier hangt er een OLED-scherm met een eindeloze
slideshow van herinneringen. Geen plakband meer, maar algoritmes. Geen
lavalamp, maar slimme sfeerverlichting die reageert op je stemming. De
tienerkamer van 2025 spreekt nog altijd — maar op een andere toon.
Waar
jongeren vroeger hun helden met punaises aan de muur hingen, swipen ze nu door
werelden vol idolen, digitale kunst en virtuele communities. De rebelse posters
van Che Guevara zijn ingewisseld voor activistische Instagram-feeds en
AI-gegenereerde protestkunst. De muziekposters zijn vervangen door playlists
die via onzichtbare speakers de kamer vullen met precies het juiste geluid op
precies het juiste moment.
Toch is er
iets dat niet verandert. De kamer blijft een cocon. Een plek waar je jezelf mag
zijn, of net even iemand anders. Waar je je afzet tegen de buitenwereld, droomt
van groter, anders, beter. De vorm is anders, de inhoud geĆ«volueerd — maar de
ziel is gebleven.
Misschien is dat de echte poster van deze tijd: onzichtbaar, digitaal, maar diep persoonlijk. Net als toen, alleen anders.