Rudi

zondag 13 juli 2025

NOSTALGIE moment => stiekem appels plukken in de boomgaard

Vroeger, toen kinderen nog urenlang buiten speelden en geen scherm hen aan huis kluisterde, hoorde het bijna bij de jeugd: stiekem appels gaan plukken in een boomgaard. Niet omdat er thuis geen fruit was, maar omdat het spannender was. De verboden vrucht smaakte nu eenmaal het zoetst.

Rond het Gasthuis St. Franciscus stond een muur van betonblokken. Als je daar overheen keek, zag je een prachtige boomgaard vol fruit. Die was aangelegd en onderhouden door de grauwzusters, speciaal om confituur te maken voor de zieken in het hospitaal. Maar tijdens de grote vakantie was de verleiding te groot voor ons jonge gasten.

Met een paar kameraden glipten we stilletjes langs het gebouw, onder het venster door waar de nonnekes in de keuken werkten. Dan snel naar de boomgaard! Waaaw — dikke groene appelen, rijpe pruimen, perziken, kroenselen en sint-jansbessen. Alles hing er uitnodigend bij, klaar om geplukt te worden.


We vulden onze trui of zakken, maar al gauw hadden de zusters ons door. Ze stormden naar buiten, riepen luid en zwaaiden met hun bezems. Wij, met bonzend hart, spurtten weg — de buit veilig binnen. Riebedebie! En later, eind augustus of september, keerden we terug voor hazelnoten, beukennootjes en kastanjes.

Het was een spel, een klein avontuur met een vleugje spanning. En altijd die lach achteraf, dat gevoel van vrijheid, van “wij tegen de wereld”.                                                                               

En nu, anno 2025…

Meer dan 25 jaar geleden moest die prachtige boomgaard plaatsmaken voor de uitbreiding van het ziekenhuis. De tijd stond niet stil: er was nood aan ruimte, modernisering, efficiëntie. Ook het oude gebouw waar de grauwzusters woonden, met zijn lange gangen en krakende houten trappen, is intussen met de grond gelijkgemaakt. Alleen in herinneringen leeft het nog voort. De zusters zijn stilaan verdwenen, één voor één, door de jaren heen… en met hen ook een stukje van die warme, zorgende tijd.

Soms loop je nog eens langs die plek en stel je je voor hoe het daar vroeger was — het geroep, het gegiechel, de geur van rijpe appelen en het zachte geritsel van bladeren boven je hoofd. Kinderen gaan vandaag niet meer op appeltocht zoals weleer. Geen klimpartijen, geen snelle ontsnappingen met een trui vol fruit. Wat blijft, is het verhaal. En de glimlach die erbij hoort.